Mijn naam is Willem Verbakel. Ik ben 23 jaar en woon in Brouwhuis bij mijn ouders.
Ik zit in het laatste jaar van mijn opleiding aan Hogeschool De Kempel en loop stage in groep 4 van De Vuurvogel. Daarnaast ben ik keeper bij het 2e van V.V. Bruheze.
Samen met mijn Adjudanten Michael en Willem, de raad van 11 en mijn vrienden gaan we een mooi feestje maken van carnaval dit jaar. Anderhalf jaar geleden wist ik al dat ik prins van de Brouwhazen zou worden, maar vorig jaar ging het feestje helaas niet door. Nu heb ik er extra lang naar uit kunnen kijken en kan ik dit jaar met jullie allemaal extra veel gas geven in ons Hazenleger. Onder het motto: ’T is wir bal. Gaan we er dit jaar keihard tegenaan om er een heel mooi carnavalsfeest van maken met z’n alle.
Alaaf en tot carnaval!
De hints en uitleg:
Hint 1: Virus Carnaval: Ik ben wel weer in voor een feestje.
Corana heeft lang genoeg geduurd tijd voor een feestje.
Hint 2: Prins der brouwhazen klinkt als muziek in m’n oren
Sinds de corona draaide ik regelmatig zet den haas op zunne kop.
Hint 3: Op mij kun je bouwen
Als keeper zet altijd de muur neer bij vrije trap.
Hint 4: Soms moet je stoppen om met iets nieuws te kunnen beginnen
Maar voor onze Prins is het stoppen bij de ene en iets nieuws bij de andere
Hint 5: Rood, wit en blauw zijn mijn kleuren
Dit zijn de kleuren van Willem 2 en ik ben prins Willem 2e
Hint 6: Beter laat dan nooit
Toen ik bij de jeugdraad zat droomde ik ervan om (jeugd)Prins te worden maar nu ben ik Prins der Brouwhazen.
Hint 7: Mijn kampioensschaal is goed gevuld
3x kampioen geworden. Werk bij Lidl en zijn al aantal jaren vers kampioen.
Hint 8: Wij zijn niet voor één gat te vangen.
Mijn adjudant Willem en ik zijn allebei keeper
Hint 9: Mijn adjudanten hebben al eens met de scepter gezwaaid.
Mijn adjudanten Michel en Willem zijn allebei al eens prins bij de Brouwhazen geweest.
Hint 10: 2 loopt als rode draad door mijn leven
Prins Willem II, in de 2e maand van het jaar geboren, Tweede keer prins, Keeper van het 2e.
Hint 11: Ons moeder zeej nog: doe da nou nie
Ons moeder zegt regelmatig: doe da nou niet. Maar toen ze hoorde dat ik Prins werd bij de Brouwhazen zei ze, doe da maar toch.